Blog 25 – Bijenplanten

06 juni 2023

Ik wil niet paniekerig doen en toch ben ik het een beetje. Of is het ongeloof. Ik zie nauwelijks hommels dit jaar. In het voorjaar waren er nog wel een paar koninginnen, maar de enkele werkster die ik vorige week nog zag, was heel klein, echt minihommeltjes. Alsof er te weinig voedsel was in hun broedcel. Een vrijwel hommelloos voorjaar… (Gelukkig ging het afgelopen week beter.)

Het klimaat

Terwijl ik in de voortuin bezig was, werd ik aangesproken door een buurvrouw. Of ik ook zo weinig bijen zag. Ja, inderdaad. Ik miste ze ook. Hoe dat kwam? Ik antwoordde dat het waarschijnlijk met het koude en natte voorjaar te maken had. Natuurlijk gingen er flitsen van klimaatverandering door mijn hoofd. De warme en droge lentes en zomers van de afgelopen jaren doen ook geen goed. Of zijn het de stenige tuinen in de buurt, versnipperde groengebiedjes of de ‘gewasbeschermingsmiddelen’? Ik hou het toch maar op het weer. Feit is dat bij de bijentelling van dit jaar de hommels ook weer slecht uit de bus kwamen.

Honingbijen

Nu het warmer en droger aan het worden is, zie je wel Honingbijen. Sommigen mensen denken de natuur te helpen door imker te worden en Honingbijen te houden. Maar tegen zo’n leger nectar- en stuifmeelschrapers (duizenden honingbijen per volk!) kunnen wilde bijen, die in hun eentje leven en vaak ook nog kleiner zijn, niet op. Ze worden weggeconcurreerd. Toch lijkt imkeren steeds populairder te worden. De gemeente Amsterdam erkend dat het aantal bijenvolkeren te hoog is en overweegt een maximaal aantal bijenkorven per km2. Het zijn er nu zeven, maar dat zou terug gebracht moeten worden naar drie. Lees meer hierover in een artikel van Naturalis.

Bijenplanten

Om het de wilde bijen toch wat makkelijker te maken hun voedsel te vinden, heb ik eens wat planten op een rij gezet, die flink wat wilde bijen lokken (en daar komen jammer genoeg dus ook Honingbijen, de melkkoe onder de bijen, op af).

Op dit moment, eind mei, bloeit de Adderwortel. Dit is een woekeraar en moet wel in toom gehouden worden. Maar hij bloeit rijk en trekt veel insecten aan en niet alleen bijen. Ik heb een manier bedacht om deze duizendknoop in een border zijn gang te laten gaan en toch in de nazomer bloemen te hebben. Voor het groeiseizoen graaf ik al gaten in de border waar straks de dahlia’s in komen. Met pot en al. Die gaten zie je niet, want de plant groeit er overheen. Als ze dan in juni uitgebloeid zijn, verwijder ik de bloeiaren, maak de gaten open en plaats margrietbloemige dahlia’s (hier zijn hommels dol op!). De dahlia ‘Bischop of Llandaff’ kan redelijk goed tegen slakkenvraat en is prachtig. Ik kweek de planten al op een veilige tafel op, zodat ze straks in een flink formaat geplaatst kunnen worden. Soms valt er toch eentje uit door slakkenbezoek. Ik neem dan de pot uit de grond en laat hem weer even op krachten komen, voordat ik hem terugplaats. Deze methode werkt best goed. 

Maar de meeste planten waar wilde bijen op af komen, zijn toch wel de inheemse soorten. Als ik een nieuwe soort wil introduceren, test ik eerst een jaartje uit of die wel slakbestendig is. Beemdkroon is zo’n soort. Het bloeit de hele zome en is prachtig! En dit jaar probeer ik Ganzenbloem uit. Het is nu een beetje spannend, want de plantjes zijn nog klein, maar het lijkt goed te gaan. En natuurlijk zijn er ook planten die ik nu koester, maar een paar jaar geleden nog rigoureus als onkruid eruit trok, zoals Bosandoorn. Andoornbij en Grote wolbij zijn er dol op!

In het voorjaar is er het Speenkruid. Alle voorjaarsbijen profiteren hiervan. Zijn ze uitgebloeid, dan strijken de Houtduiven neer en eten er de knolletjes (speentjes) van.

Grote kattenstaart is mijn lievelingsplant, want heel makkelijk: slakbestendig, rijk- en langbloeiend. De voorste planten in het blikveld snoei ik flink terug in juni, want ze maken dan veel zijtakken met bloeiaren en worden niet zo hoog. Wel zullen ze wat later bloeien. Zo ontstaat er een mooie opbouw.

Dan is er nog Hartgespan uitgetest. Soms wordt er een plant door slakken weggehaald, maar hij staat dit jaar in groepen in de tuin. Hij maakt weliswaar kleine bloemen, maar ze worden veel bezocht. 

Ten slotte Puntwederik en Grote wederik. Goede groeiers, een beetje woekerend. Waar Puntwederik vorig jaar nog stond, groeit het dit jaar ergens anders. Slobkousbijen zijn er dol op (overigens ook op Witte troswederik). De Grote wederik is de inheemse Wederik. In de testfase werd het door een rups gegeten. Geen idee welke (nacht)vlinder het was. Ik dacht dat hij verdwenen was, maar dit jaar staat hij toch ineens stoer en sterk te wachten op de zon.

Maar je kunt kiezen uit nog veel meer planten. Lees hier meer over bij de Bijenstichting.

En bezoek de site eens van De Wilde Weelde met veel tips over wilde en inheemse planten en cultivars.

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.wilmkebreek.nl/index.php/2023/06/25-bijenplanten/